De kijk van een kinesist op de medische begeleiding bij sporters
Deze maand ging Tim Verhaegen voor trainersmateriaal.be langs bij Styn Vereecken, seizoenarbeider bij de Red Dragons. Wij waren vooral geïnteresseerd in zijn ervaringen rond blessurepreventie.
Styn Vereecken is als kinesist verbonden aan het Sportmedische Advies Centrum (SMAC) in Leuven, maar heeft ook al een rijkgevuld verleden in het volleybal. Zo werkte hij, via het SMAC, gedurende heel wat jaren met Gert Vande Broek bij Kieldrecht en de Belgian Yellow Tigers vooraleer afgelopen seizoen de overstap te maken naar de Belgian Red Dragons van Vital Heynen. Eerder deze maand geraakte bekend dat hij ook onder de nieuwe bondscoach deze rol voor zijn rekening zal nemen.
Wat is de functie van sleeves en compressiesokken?
Zij zorgen voor compressie en worden vaak gebruikt door sporters die veel te maken hebben met de impact van een sprong- of loopbeweging. Die compressie geeft volgens mij ook een licht pijnverdovend effect. Voor een deel denk ik dat het ook gewoon iets mentaal is. Sport Vlaanderen heeft ooit de vraag gesteld of er wetenschappelijk bewijs is voor een positief effect, maar dat konden we eigenlijk niet echt vinden. Ik denk dat als je aan spelers vraagt waarom ze dat aandoen, het eerder gaat over comfortabeler aanvoelen, warmer zijn, modieus zijn,... En daar is natuurlijk niets mis. Ik zie meer heil in bv. knielappen die mechanisch je knieën beschermen. Maar als je je er als speler goed bij voelt, het kan zeker geen kwaad. Puur op vlak van blessurepreventie en prestatieverbetering, vrees ik dat het effect te verwaarlozen is.
Wat zie je dan wel als belangrijke onderdelen in blessurepreventie?
Goh, daar moet ik een dubbel antwoord op geven.
In se niets uit het arsenaal wat betreft materiaal, denk ik. Braces zijn daarop een uitzondering. Zeker rond enkels en bij mensen die een voorgeschiedenis hebben. Ik ben echter geen voorstander van het preventief dragen van een enkelbrace. Ik denk niet dat er studies zijn die kunnen hard maken dat er significant minder blessures zijn bij ploegen waar iedereen een brace draagt of ingetapet is.
Maar kijk, wat kan leiden naar een nieuw letsel? Dat is vaak het niet volledig hersteld zijn van een vorige kwetsuur. En waar is er in topsport vaak een gebrek aan? Dat is tijd om te herstellen. Spelers worden vaak halverwege de herstelperiode al terug ingeschakeld. Typisch voor volleybal is ook dat spelers te lang blijven rondlopen met een kwetsuur voor ze hulp zoeken. Waarom? Omdat het geen voetballers zijn en omdat ze ook gewoon graag hun sport willen blijven doen. De schrik om uit de ploeg te vallen kan ook meespelen. Ze spelen dus vaak veel langer door met een blessure of beginnen te snel terug. Tijdens een seizoen worden de spelers bij de club vaak opgelapt om de volgende belangrijke match te spelen. Bij de nationale ploeg komen ze dan ook nogal eens aan met allerhande slepende kwaaltjes. Omdat er op dat niveau en bij die intensieve opeenvolging van wedstrijden (EK, WK en dergelijke) geen tijd is om de intrinsieke factoren zoals kracht, coördinatie, lenigheid,... te verbeteren, kunnen extrinsieke zaken zoals braces, knielappen, tapes,... dat gat misschien wel helpen dichten.
Waar plaats je in het geheel van preventie het belang van 'core stability'?
Dat is uiteraard belangrijk, maar in essentie niet belangrijker dan andere concepten of filosofieën. Even cruciaal is om je lichaam in het algemeen goed sterk te maken en op je voeding en rust te letten. Iedereen spreekt er nu wel over en claimt dat een beetje, maar ik vind dat je veeleer het geheel moet beheren om een ploeg te sturen. Maar het is dus zeker ook wel belangrijk, hé.
Doen jullie met de nationale ploeg iets speciaal als preventie?
Tijdens deze campagne hebben we de groep vooral van in het begin het gevoel proberen te geven dat we hen opvolgden en dat ook de hele zomer volgehouden. Ze moesten ook elke week een vragenlijst invullen over hoe fit ze zich voelden en hoe drie belangrijke regio's (schouder, knie en rug) door henzelf beoordeeld werden. Hierdoor kan je niet voor een verrassing op vlak van overbelasting komen te staan. In het begin lachten de spelers dan wel eens dat ik daar weer was met mijn vragenlijst, maar op het einde zagen ze zeker ook de meerwaarde in.
De sportieve staf moet hiervoor natuurlijk ook open staan en er rekening mee houden.
Sta je ook sceptisch t.o.v. de foamroller?
Neen, ik vind dit zeker waardevoller dan bv. sleeves. De bedoeling is om je recuperatiepotentieel te verhogen. Het is een eerste filter tegen verzuring en teveel spierpijn. Een collega heeft ook dat voor Sport Vlaanderen onderzocht. Daaruit bleek dat het geen negatieve invloed op spierprestaties heeft en de gevoeligheid voor spierpijn zou toch verlagen. Ook dat eerste punt vind ik heel belangrijk!!
Maar volgens die studies zou het ook zo zijn dat je het eigenlijk een twintigtal minuten zou moeten doen om een duidelijk effect te hebben. En als je eens rondkijkt na wedstrijden, zie je dat die tijdsduur zelden gehaald wordt. De spelers moeten er dus wel bewust mee bezig zijn. Ik zie het ook niet als een vervanging van een massage door de kinesist, maar eerder als een actieve bijdrage en 'autoresponsabilisering' van de atleet richting herstel. Het legt de bal dus een beetje in het kamp van de atleet zelf.
Via het SMAC begeleiden jullie ook de eerste graad van de topsportschool in Leuven. Zijn er grote verschillen in aanpak?
Ja en neen. We werken ook daar met dezelfde principes. Zo vullen ook zij elke week de vragenlijst in. Maar er is natuurlijk nog veel meer opvoeding in het leren kennen van het eigen lichaam. Maar ik merk dat die jongeren daar heel snel redelijk 'volwassen' in worden. Dat is blijkbaar toch eigen aan topsport, want ik zie dat ook bij mijn eigen dochter (topturnster).
Bedankt Styn Vereecken en hopelijk heb je niet teveel werk deze zomer.